Resultaten MORE4Sustainability onderzoek
30 april 2025Energie-efficiëntie en emissiereductie zijn geen keuzes meer, maar voorwaarden om als bedrijf te overleven. Door stijgende energieprijzen en het afbouwen van gratis emissierechten binnen het EU ETS zal verduurzamen de komende jaren niet alleen economisch voordelig zijn, maar cruciaal om competitief te blijven. ‘Daarom is het door Interreg NWE gesteunde MORE4Sustainability project enorm waardevol. Als projectpartners zijn we meer aan het pionieren geweest dan we eerst hadden verwacht.’ Dat zegt Wim Vancauwenberghe, directeur van BEMAS. De ambitie? Een duurzame transformatie in asset management op gang brengen, met oog voor energie-efficiëntie en emissiereductie. De aanpak? Onderbouwd onderzoek, methodische structuren en vooral: concrete toepassingen in de praktijk.
Eén van de belangrijkste vaststellingen in het project was dat duurzaamheid nog nauwelijks geïntegreerd is in maintenance en asset management. Al in de eerste projectfase bleek dat de link tussen beide domeinen nog onvoldoende gelegd wordt.
Rob van Dongen van Mainnovation leidde het benchmarkonderzoek: ‘We hebben goed moeten zoeken om de early adopters te vinden. Maar zij hadden vervolgens wel zeer bruikbare input voor het onderzoek.’ Het leverde niet alleen inzichten op, maar vormde de basis voor het Sustainable Asset Management Framework dat tijdens de rest van het project werd ontwikkeld en verfijnd.
Dat framework vormde het kloppend hart van het project. Het combineert wetenschappelijk onderbouwde principes met praktijkgerichtheid. ‘Al snel bleek dat je met Sustainable Asset Management écht resultaat kunt boeken,’ zegt Van Dongen. ‘Energie-efficiëntie verbeteren, broeikasgasemissies reduceren – het kan. Maar je moet het methodisch aanpakken.’
De trainingen die volgden in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland lieten zien dat de aanpak werkt. ‘Aan de hand van het framework en praktijkcases gingen de deelnemers aan de slag. Ze brachten hun eigen voorbeelden in, wat voor veel interactie en waardevolle aanvullingen zorgde. Het resultaat is een model dat toepasbaar is binnen verschillende types organisaties,’ aldus Van Dongen. ‘Het biedt een heldere structuur om het eigen proces professioneel te maken én meetbare resultaten te boeken.’
De oproep tot verduurzaming is intussen veel meer dan een maatschappelijke ambitie. In de huidige economische context is het een harde noodzaak geworden. Europese bedrijven kampen met hoge energieprijzen en verliezen aan concurrentiekracht tegenover bedrijven uit regio’s waar energie significant goedkoper is. Voor wie vandaag niet inzet op energie-efficiëntie, dreigt simpelweg het risico niet meer competitief te blijven.
Ook op het vlak van emissiereductie groeit de druk. Bedrijven die minder CO₂ uitstoten dan hun toegewezen emissierechten, mogen het verschil verkopen binnen het Europese systeem voor emissiehandel (EU ETS). Maar dat systeem verandert snel: de gratis emissierechten worden tussen 2026 en 2034 geleidelijk afgeschaft en vervangen door de koolstofgrenscorrectie (CBAM). Dat betekent dat bedrijven steeds minder rechten zullen ontvangen én dat ze in de toekomst veel meer zullen moeten betalen voor hun uitstoot. De verwachting is dat de prijs op de ETS-markt fors zal stijgen.
Een deelnemer aan de ééndaagse training omschreef het treffend: ‘De opleiding heeft mij een ander inzicht gegeven, een andere methodiek om op een duurzame manier te gaan werken.’ Die reflectie werd breed gedeeld. Wat veel deelnemers ook apprecieerden, was dat er in de opleiding aandacht werd besteed aan het financiële plaatje: wat kost verduurzaming – en vooral – wat kan het opleveren?
Sommigen zagen bovendien bredere toepassingen. Een evaluatieformulier vermeldde: ‘Het MORE4Sustainability-model lijkt mij – mits wat aangepast – ook bruikbaar om duurzaamheidsdoelen te vertalen naar andere afdelingen.’ Ook binnen organisaties werden aanbevelingen gedaan: collega’s van SHEQ, procesingenieurs en energiecoördinatoren zouden zeker baat hebben bij deze aanpak.
Zoals bij elk project waren er ook aandachtspunten. De ééndaagse training werd als intensief ervaren: veel stof, in beperkte tijd. En er kwamen vragen waarom andere duurzaamheidsthema’s, zoals circulariteit of afval(water)beheer, niet worden niet behandeld.
Wim Vancauwenberghe: ‘We hebben bewust gekozen voor een afgebakende scope. De industrie wordt uitgedaagd door de Green Deal, met harde eisen op vlak van energie-efficiëntie en emissie-uitstoot. We wilden dit gestructureerd en met voldoende diepgang aanpakken. Dat leverde al snel een berg aan nieuwe inzichten op, waardoor het opleidingsprogramma inderdaad vrij intensief is. Maar we zijn blij met die invulling.’
Ook Rob van Dongen ziet dat de keuze loont: ‘Over het geheel gezien zijn de deelnemers erg positief. En velen delen het gevoel dat duurzaamheid binnen enkele jaren gewoon een integraal onderdeel van onderhoud en asset management zal zijn. Dat is trouwens ook mijn persoonlijke overtuiging.’
Na het benchmarkonderzoek, de trainingsreeksen en de publicatie van de roadmap, brak een nieuwe fase aan: die van digitale opschaling. Sinds kort is ook de e-learning beschikbaar in vier talen. De zeven modules bieden dezelfde methodiek, maar dan online en op eigen tempo. Wim Vancauwenberghe: ‘Op 1 juli 2025 hadden al meer dan 500 maintenance- en assetmanagementprofessionals in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland één of andere vorm van de M4S opleiding gevolgd. Zij kunnen nu ook online de e-learningmodules volgen en deelnemen aan de online test om het certificaat “Certified Sustainable Asset Management Practitioner” te behalen. Wie nog niet eerder deelnam, kan kiezen: ofwel een klassikale, betalende ééndaagse training volgen, of gratis de e-learning doorlopen.’
Het online aanbod is volledig modulair opgebouwd. Deelnemers kunnen navigeren volgens hun eigen noden, herhalen wat nodig is en versnellen waar gewenst. De e-learning is bovendien ideaal in rustigere periodes zoals de zomermaanden. Na afloop volgt het certificeringsexamen, en bij een voldoende score ontvangt de deelnemer het officiële certificaat. ‘Dat is een prachtige incentive,’ zegt Vancauwenberghe. ‘Het is een tastbare persoonlijke erkenning die ook een sterk statement maakt over de duurzaamheidsambities van je organisatie.’
De ontwikkeling van de leermiddelen binnen het project mag dan formeel zijn afgerond, de impact blijft groeien. In de komende maanden staan nieuwe klassikale trainingen gepland in onder andere België en Nederland. Daarnaast zijn de resultaten van het project ook gebundeld in een Roadmap document, inclusief een zelfevaluatietool en een rekenmodel voor businesscases. Meer dan ooit is het moment daar om als maintenance of asset management organisatie werk te maken van duurzaam asset management. Dit vereist natuurlijk dat iedereen binnen de organisatie de fundamentele begrippen en basisprincipes kent, en weet hoe je gericht energie- en emissiereducties kan realiseren via onderhoud en asset management. Wie interesse heeft om de komende maanden de zeven modules van de MORE4Sustainability te doorlopen en het certificaat te behalen, kan voor meer informatie terecht op de projectwebsite: more4sustainability.nweurope.eu. De e-learning en de opleiding zijn beschikbaar in Nederlands, Engels, Frans en Duits.
Social